De Pico de Fogo is nog altijd actief. De laatste uitbarsting op het vulkaaneiland was in 2014. Met jouw bezoek draag je bij aan het inkomen van de inwoners.
Betty maakte in december en januari een reis van drie weken waarin ze ging eilandhoppen op Kaapverdië. Ze bezocht ook het vulkaaneiland Fogo. In dit verhaal vertelt ze waarom deze plek haar zo heeft geraakt en waarom toerisme zo belangrijk is voor deze bijzondere regio.
Fascinerend Fogo
Drie weken lang reisden we over Kaapverdië, drie prachtige weken vol hartelijke ontmoetingen, indrukwekkende natuur, ontspanning en levendige steden. Eén plek heeft daarbij een bijzondere indruk op me gemaakt: Chã das Caldeiras op het vulkaaneiland Fogo. We wandelden eerst naar de kleine vulkaan Pico Pequeno, die in 2014 uitbarstte met ingrijpende gevolgen voor de bewoners van de Chã. De volgende dag beklommen we de nog altijd actieve Pico de Fogo, die 2829 meter hoog is. Naast de adembenemende uitzichten leerden we vooral veel over het leven vóór en na de laatste uitbarsting, en over waarom toerisme zo’n belangrijke rol speelt voor deze regio.
Fogo en zijn vulkaan: welkom op de maan
We vertrekken vroeg in de ochtend vanuit het rustige havenstadje São Filipe, waar we worden opgehaald om naar de Chã te rijden. Onderweg kijken we vol bewondering hoe het landschap verandert. Hoe hoger we komen, hoe ruiger en steiler het wordt. Af en toe rijden we door kleine nederzettingen, tot we ineens de bocht om gaan en alleen nog zwart zien: lava, zover je kunt kijken. Het voelt alsof ik op de maan ben geland, zo bijzonder ziet het eruit. Onze chauffeur lacht als hij onze verbazing opmerkt. Zulke reacties krijgt hij vaak.
Aan het einde van de weg stappen we uit. Hier wacht niet alleen onze gids op ons voor de eerste wandelingen, maar ook de lavastromen die de oude wegen onbegaanbaar hebben gemaakt. We nemen afscheid van onze chauffeur, begroeten gids Manuel en zijn hond Lucky, en beginnen aan de tocht naar de Pico Pequeno. Onderweg vertelt Manuel over de planten die volop groeien aan de voet van de vulkaan. Hier een mimosa, daar erwten, wijnranken, kleurrijke bloemen; de aarde blijkt verrassend vruchtbaar.
Na de uitleg over de planten gaat de weg steil omhoog door het lavazand. Dat heeft de verraderlijke eigenschap dat je bij elke stap vooruit weer een halve stap terugglijdt. Hierdoor beginnen we al snel flink te zweten. Aangekomen op de top worden we echter ruimschoots beloond. De krater schittert in allerlei kleuren, de hitte binnenin is zichtbaar door het trillen van de lucht en we hebben een prachtig uitzicht over de Chã en de indrukwekkende Pico de Fogo.
Leven in harmonie met de vulkaan
Na een korte pauze, waarin we van het uitzicht genieten, laat Manuel ons zijn geboortedorp van bovenaf zien, of beter gezegd wat er nog van over is. De nederzetting bestond vroeger uit de dorpen Portela en Bangaeira. In 2014 heeft de lava van de uitbarsting van de kleine vulkaan Pequeno het grootste deel de dorpen bedolven. Gelukkig raakte toen niemand gewond, maar veel mensen verloren hun huis en hun inkomen uit landbouw en toerisme aan het gloeiende magma. Ze stonden voor een moeilijke keuze: terugkeren naar deze plek aan de voet van een actieve vulkaan en helemaal opnieuw beginnen, of verhuizen. Voor Manuel was de keuze duidelijk. Hij is hier opgegroeid, zijn familie woont hier, en hij is niet bang voor de vulkaan.
Ik vraag hem of zo’n uitbarsting niet angstaanjagend is. Hij schudt zijn hoofd. “De eerste keer raken mensen nog een beetje in paniek, omdat ze niet weten wat er gebeurt. De tweede keer helemaal niet meer. Je kunt het een dag van tevoren al goed voorspellen, dan hangt er een heel specifieke geur in de lucht.” Hij weet waar hij het over heeft, want hij heeft al twee vulkaanuitbarstingen meegemaakt. De laatste grote uitbarsting van de Pico de Fogo was in 1995 en veroorzaakte toen geen grote schade. Manuel laat me foto’s zien op zijn Instagramprofiel. Ik ben diep onder de indruk van dit leven in harmonie met de vulkaan.
Bij de vulkaan op Fogo: geen steun van de overheid
We zijn inmiddels, met de vrolijk voor ons uit huppelende Lucky als gids, van de vulkaan af en onderweg naar onze accommodatie Casa Marisa. Daarbij lopen we dwars door het dorp. “Tegenwoordig gaan hier nog maar vijftien kinderen naar school”, vertelt Manuel terwijl we langs een vrolijk beschilderd gebouw lopen. Dat is niet zo vreemd, want van de oorspronkelijke 1200 inwoners zijn er nu nog maar zo’n 200 over. Het leven in de Chã is zwaarder geworden. Er is slechts af en toe stromend water en elektriciteit, en de heropbouw van huizen gaat langzaam. Want hoe relaxed de inwoners ook zijn, de overheid kijkt met weinig enthousiasme naar de ontwikkelingen rond de vulkaan. Te gevaarlijk, niet geschikt voor toeristen – zo luidt de reden om de bewoners niet te ondersteunen bij de wederopbouw, het toerisme niet te stimuleren en zelfs bouwprojecten actief te blokkeren. Maar de inwoners laten zich niet ontmoedigen.
Lava, lava en niets anders dan lava
De volledige omvang van de situatie dringt pas echt tot ons door wanneer we door het dorp lopen, of beter gezegd, door wat er nog van over is. De lava is overal doorgedrongen en heeft huizen, pensions, winkels en de oude wijnmakerij volledig bedolven. We klimmen over grote brokken en daken. Er is geen doorkomen meer aan naar de vroegere huizen en eigendommen van de inwoners. Het is een aangrijpend gezicht. Manuel vertelt hoe de bouw van huizen sinds de laatste uitbarsting is veranderd. De traditionele ronde hutten, de zogenaamde funkus, hadden vroeger daken van hout, maar tegenwoordig worden ze alleen nog met beton gebouwd, dat minder brandbaar is. De ramen zijn grotendeels versterkt met metaal. Manuel was vroeger timmerman en bouwde de houten daken zelf, maar tegenwoordig verdient hij vooral zijn inkomen met zijn tweede baan: als gids voor reizigers.
Wijn en toerisme op Fogo
Toerisme is een enorm belangrijke bron van inkomsten voor de inwoners van het kleine vulkaaneiland. Toen na de uitbarsting van 2014 de reizigers wegbleven, was dat een groot probleem voor de mensen op Fogo. Tegelijkertijd werden veel pensions en restaurants verwoest, die met veel moeite opnieuw moesten worden opgebouwd. Dit vaak zonder voldoende financiële middelen. Een lastige vicieuze cirkel waar je niet zomaar uitkomt, tenzij je bijvoorbeeld als gids, kok, winkelhouder of klimbegeleider iets kunt bijverdienen in het toerisme. Toerisme is dus van groot belang om de mensen in de Chã hun bestaansbasis terug te geven en hen de kans te bieden hun leven op hun geliefde plek weer op te bouwen. Een tweede belangrijke inkomstenbron is de beroemde wijn van Fogo, die werkelijk heerlijk smaakt. Je vindt hem overal op Kaapverdië. Zeker proberen: wij vonden de witte Chã do Fogo, waarvan het etiket aan de onderkant in de vorm van de vulkaan is uitgesneden, extra bijzonder.
Fijne accommodatie: Casa Marisa
Na een heerlijke lunch samen met Manuel gaan we naar onze accommodatie, het prachtige Casa Marisa. Deze werd na de uitbarsting in slechts één jaar tijd herbouwd door de energieke Musti en zijn vrouw Marisa.
Een prachtige plek en iedereen die er werkt is ontzettend vriendelijk. Je kunt er overnachten in traditionele funkus met spectaculaire dakterrassen, compleet met hangmat. Het eten is er bovendien heerlijk (heb jij wel eens maisijs geproefd?). Wat wil je nog meer na een dag op de vulkaan? Over die vulkaan gesproken; de grote beklimming stond de volgende dag op het programma. We gingen dus vroeg naar bed, want de wekker zou al om half zes afgaan.
Dans op de vulkaan
Nadat we uit bed waren gekropen, werden we getrakteerd op een spectaculair gezicht. De sterrenhemel was, vlak voor zonsopkomst, werkelijk adembenemend. Na het ontbijt vertrokken we in het donker, maar al snel kwam de zon op achter de Pico. We liepen nog een hele tijd in de schaduw, terwijl voor onze ogen een prachtig schouwspel van licht en kleuren ontstond.
We stopten regelmatig om van het uitzicht te genieten en om even op adem te komen, want het klimmen is best pittig. Na vier uur hadden we het gehaald: we stonden op de kraterrand, een geweldig gevoel! De Pico verwelkomde ons met zonneschijn en de geur van zwavel, wat ons opnieuw deed beseffen hoe actief deze vulkaan nog altijd is. We vertrouwden echter volledig op Manuels natuurlijke waarschuwingssysteem en voelden ons de hele tijd veilig.
Afdalen van de Pico do Fogo: glijpartij
Na onze meegenomen lunch en een flinke portie genieten van het uitzicht begon het minder vermoeiende, maar des te leukere deel van de tocht. Het grootste deel van de afdaling glijd je staand door het lavazand naar beneden. Het is wel aan te raden je wandelschoenen goed vast te snoeren, want talloze kleine steentjes proberen naar binnen te springen. Het is ontzettend leuk om te doen en gaat bovendien veel sneller dan de klim omhoog.
Een prachtig hoogtepunt en een perfecte afsluiting van ons bezoek aan de Chã. In het dorp namen we afscheid van Manuel voor zijn huis en wensten hem en zijn familie het allerbeste, voordat we in de hangmat ploften om de rest van de dag onze spierpijn te verzorgen en ons door het menu van Casa Marisa heen te proeven. De volgende dag werden we door onze altijd vrolijke chauffeur weer opgehaald om naar het vliegveld te gaan waar we ontdekten dat onze vlucht was geannuleerd, maar dat is een ander verhaal.
Pico de Fogo: onze conclusie
Van alle plekken op Kaapverdië heeft Fogo, met zijn bijzondere geschiedenis, ons het meest geraakt. Zelfs nu we alweer terug zijn in Berlijn, dwaalt het eiland nog regelmatig door mijn gedachten. Natuurlijk kun je niet volledig achter de schermen kijken, ik ben geen wetenschapper die vulkanische activiteit kan voorspellen, en ergens heeft de overheid ook wel een punt met haar voorzichtigheid. Toch vind ik het verdrietig dat de inwoners, die zo sterk met hun thuis verbonden zijn, geen steun krijgen. Ik wens Manuel, zijn familie (we mochten ook zijn broer en zijn twee schattige dochters even ontmoeten) en alle andere bewoners van de Chã van harte toe dat ze hun leven verder kunnen opbouwen. En dat ze hun positieve kijk op het leven behouden. Als je door het dorp loopt voel je de verbondenheid tussen de mensen. Er wordt altijd even gekletst, gelachen en ’s avonds klinkt er vaak livemuziek in de dorpsclub. Veel is al opnieuw opgebouwd en er zal nog meer volgen. Niemand steekt hier zijn kop in het zand, het leven wordt gevierd en men haalt het beste uit elke dag. Dat vind ik ontzettend bewonderenswaardig. En ook ik voelde al na korte tijd de bijzondere aantrekkingskracht die van deze plek uitgaat.
