De Quilotoa Loop

De eerste wandeldag

Wij liepen de standaard route van Sigchos naar Quilotoa en besloten om 2 nachten in Isinlivi en 1 nacht in Chugchilan te overnachten. We zouden dan als het ware naar het hoogtepunt, Laguna Quilotoa, toe lopen. Volgens vele reizigers zou het bereiken van dit meer dé ultieme beloning van alle inspanning zijn. Het nadeel was dan wel dat we ook letterlijk naar het hoogtepunt toe zouden lopen, wat inhield dat deze route iets zwaarder zou zijn, omdat we meer zouden moeten klimmen. De eerste dag liepen we van Sigchos naar Isinlivi, een wandeling van zo’n 11 kilometer (3-4 uur). We kozen ervoor om vroeg te starten, want vaak waren de ochtenden droog en begon het ‘s middags te regenen. We zagen het niet zitten om in de regen te wandelen. Het eerste gedeelte van de wandeling begon heel relaxed. Het pad liep vrij geleidelijk naar beneden en de uitzichten over de vallei waren prachtig. De route stond vrij goed aangegeven, maar toch raad ik aan om voor de zekerheid vooraf de Maps.Me app op je telefoon te installeren, want op 2 punten liepen wij bijna verkeerd. Vanaf het moment dat we het dal bereikten en de rivier over staken, begonnen we aan een flinke klim. Voor mij als astma-patiënt best wel heftig, omdat ik mede door de hoogte al snel buiten adem raak. Heel rustig en stapje voor stapje bereikten we na ruim een half uur klimmen de top en arriveerden we na in totaal 3 uur wandelen onze accommodatie van de eerste 2 nachten, de Llullu Llama Mountain Lodge. 

Vrije dag in de lodge

Reisexpert René adviseerde ons om 2 nachten bij Llullu Llama te blijven. In de eerste instantie leek mij dit niet per se nodig, maar achteraf gezien was dit het beste advies ooit. Llullu Llama is zo’n accommodatie waar je niet meer weg wilt. De ligging, het vriendelijke personeel, het heerlijke eten en de ontzettend fijne kamer met fantastisch uitzicht. Alles was gewoon perfect. Op onze vrije dag maakten we een korte wandeling naar een mooi uitkijkpunt en genoten we van de (privé) spa, inclusief cocktails. Ook nam manager Santiago ons mee naar een lokale boerderij die gerund werd door Rosita, een vrouw van 74+. Niemand wist precies hoe oud ze was, maar dat ze het niet makkelijk had werd al snel duidelijk. Vol trots liet ze ons haar zelfgefokte cavia’s en konijnen zien en ging ze voor ons op zoek naar blauwe bessen. Ontzettend  veel respect voor deze vrouw die dit werk al meer dan 35 jaar grotendeels in haar eentje moet opknappen. 

Wandeldag 2

De tweede wandeldag was de wandeling van Isinlivi naar Chugchilan. Deze was ongeveer 12 kilometer in totaal en zou zo’n 4-6 uur in beslag nemen. Weer vertrokken we op tijd en dat was maar goed ook, want toen we na 4 uur lopen in Chugchilan arriveerden begon het al snel hard te regenen. De tweede wandeldag bleek nog mooier dan de eerste dag, maar ook een stuk zwaarder. Met name de steile klim van het piepkleine dorp Itualo naar boven hakte er bij mij behoorlijk op in. Ik was blij toen we eindelijk boven waren en we nog maar een klein stuk naar Chugchilan moesten lopen. Het uitzicht over de Toachi-kloof maakte gelukkig veel goed. In Chugchilan sliepen we in een prachtige eco-lodge, Black Sheep inn. Onze kamer was enorm sfeervol en tot in de puntjes verzorgd. De lodge was net buiten het dorp gelegen midden  in het groen en keek uit over een prachtige vallei. Een heerlijke plek om even helemaal weer tot rust te komen. 
 

Naar het Quilotoa meer

Op de derde wandeldag maakten wij de beslissing om niet te gaan lopen, maar om een taxi van Chugchilan naar Quilotoa te nemen. Deze dag zou namelijk de zwaarste dag van heel de trek zijn en omdat dag 2 er bij mij al flink op in hakte, gaf mijn lichaam aan dat het even genoeg was. Mijn longen konden nog zo’n zware, steile klim gewoon niet meer aan. Op dit soort momenten is het belangrijk om goed naar je lijf te luisteren. De wandeling van Chugchilan naar Quilotoa zou normaal gesproken ongeveer 10 kilometer zijn en al snel 4-6 uur in beslag nemen. Het voordeel dat wij hadden door niet te gaan lopen, maar de taxi te nemen, was dat we nog in de ochtend bij Laguna Quilotoa arriveerden en volop konden genieten van prachtige (heldere) uitzichten over het meer. Laguna Quilotoa bleek één van de allermooiste plekken van onze rondreis door Ecuador te zijn. 

Wat zeker mee te nemen tijdens de Quilotoa Loop: 

• Regenkleding/hoes en drybag. Het weer kan erg onvoorspelbaar zijn.
• Goede wandelschoenen zijn een must! Op sommige stukken kan het erg modderig zijn. 
• Zonnebrandcrème en insectenspray. 
• Pet/hoed.
• Warme (thermo) kleding. In de avonden kan het erg koud zijn. 
• Waterfilterfles zoals de Grayl Ultralight of Water-to-Go. Onderweg kun je de fles hervullen bij de rivier. We hebben nog meer tips om plasticvrij te reizen in Ecuador.
• Een mobiele telefoon met de Maps.Me app gedownload. Zo raak je de weg niet snel kwijt. 
• Genoeg cash. Je kunt tijdens de loop niet pinnen. 

Nog een aantal (praktische) tips:

• Veel lodges, waaronder Llullu Lhama, hebben de wandelroutes van de Quilotoa Loop uitgebreid op papier staan. Altijd handig om deze mee te nemen.
• Neem alleen de hoognodige spullen mee. Reisexpert René kan ervoor zorgen dat je overige bagage in goede handen is en weer op de juiste plek terecht komt. 
• Wandel bij voorkeur in de ochtend, want de kans om regen is in de middag het grootst. 
• Er zijn in deze regio een aantal markten die een bezoek waard zijn en die je eventueel kunt combineren met de Quilotoa Loop: Zumbahua (zaterdag), Sigchos (zondag), Guantuolo (maandag) en Saquisili (donderdag). 
• Bedenk vooraf goed in welke richting je de route wilt lopen. Reisexpert René kan je hierin adviseren.