Ideale reisroute Nicaragua

Je reis door Nicaragua begint in de hoofdstad Managua. Op het vliegveld staat een chauffeur klaar om je naar je hotel te brengen. Daar kun je bijkomen van de vlucht en langzaam wennen aan het tropische ritme. Misschien wandel je nog een stukje of geniet je van je eerste maaltijd in Nicaragua. De geluiden van de stad, de warmte en het straatleven geven al een voorproefje van de sfeer. Morgen stap je in je huurauto en begint het avontuur echt.

Via een route langs rokende vulkanen rijd je naar het westen. In de buurt van León ligt de Cerro Negro, een opvallend zwarte vulkaan die je in ruim een uur beklimt. Het uitzicht boven is spectaculair, en de afdaling per sandboard onvergetelijk. In León wacht een stad vol verhalen, met koloniale kerken, kleurrijke street art en een levendige studentenwijk. Even buiten de stad vaar je per kajak door de mangroves van Juan Venado Island, waar vogels en leguanen zich thuis voelen. Daarna is het heerlijk uitwaaien aan het strand van Las Peñitas, voor je terugkeert naar je hotel in León.

Onderweg naar Matagalpa stop je bij het geothermische veld van San Jacinto, waar de aarde borrelt en sist onder je voeten. Dan klim je verder de bergen in, naar het nevelwoud van Cerro El Arenal. Je verblijft in een lodge midden in het groen, waar je met een gids op pad gaat door de wereld van koffie, vogels en junglegeluiden. In de dagen erna bepaal je zelf het ritme. Maak een lange wandeling of nestel je met een boek op de veranda van je kamer. Door de frisse berglucht is het hier altijd aangenaam. ’s Avonds hoor je alleen nog het ruisen van de bomen.

Je rijdt zuidwaarts richting het Meer van Nicaragua. Onderweg maak je een indrukwekkende stop bij de Masaya vulkaan, waar je de gloed van lava in de krater ziet dansen. In de haven van San Jorge neem je de ferry naar Isla de Ometepe, een eiland gevormd door twee vulkanen. De sfeer is ontspannen en het landschap overweldigend. Met je auto verken je het Charco Verde Park, waar groene meren, jungle en legenden samenkomen. Neem een duik in de natuurlijke bron Ojo de Agua of wandel over stille paden langs de oever. ’s Avonds kleurt de zon langzaam de silhouetten van de vulkanen, met Punta Jesús María als uitkijkpunt.

Terug op het vasteland rijd je naar Granada, een van de oudste steden van Latijns-Amerika. Kleurrijke gevels, met smeedijzeren balkons en houten deuren, maken elke wandeling een feest. Je bezoekt El Convento de San Francisco en klimt naar de toren van La Merced voor uitzicht over de stad en het meer. Tijdens een optionele boottocht vaar je langs de eilandjes van Las Isletas, waar reigers en apen tussen de bomen schuilen. Ook de Mombacho-vulkaan lonkt met zijn mysterieuze nevel en geurende vegetatie. De combinatie van cultuur en natuur maakt Granada tot een van de hoogtepunten van deze reis. Je slaapt in een hotel met zwembad, vlak bij het centrum.

Vanuit Managua vlieg je naar de Caribische kant van Nicaragua. Eerst naar Big Corn, dan per boot verder naar het kleinere en autovrije Little Corn Island. Hier heerst het eilandleven: blote voeten, wuivende palmen en snorkels binnen handbereik. Het koraalrif ligt op zwemafstand en de onderwaterwereld is kleurrijk en levendig. Je wandelt in een paar uur het eiland rond, en komt langs verlaten strandjes en knusse baaitjes. Hangmatten, verse kokosnoten en het geruis van de zee doen de rest. Je keert terug naar Big Corn en sluit je eilanddagen af met nog wat strandtijd of een laatste duik.

Je neemt de laatste ochtendvlucht terug naar Managua. Zo profiteer je optimaal van je tijd op het eiland. De laatste nacht slaap je in een hotel vlak bij het vliegveld, zodat je de volgende dag ontspannen naar huis kunt reizen. De indrukken van deze ideale reisroute door Nicaragua zijn nog vers: rookpluimen boven vulkanen, de geur van koffie in de bergen, de stilte van een Caribisch strand. Nicaragua laat zich niet in één beeld vangen, en juist dat maakt deze reis zo bijzonder.