NO-India - Assam en Arunachal Pradesh rondreis

Je rondreis start in Delhi. Na aankomst op de luchthaven van Delhi, word je opgewacht en naar een fijn guesthouse in de stad gebracht. Je kunt de hele dag naar eigen inzicht besteden. Bezoek bijvoorbeeld de oude stad, met zijn nauwe straatjes, het Rode Fort, de prachtige Jama moskee, en kleurrijke bazaars waar het een gekrioel is van toeterende riksja's, motortaxi's, fietsen, auto's en winkelende mensen. Ook Connaught Place met zijn vele restaurants koffietenten en winkels is de moeite waard. Jan kan ook een dagexcursie voor je regelen naar de belangrijkste bezienswaardigheden van Delhi, zoals de oude stad, Humayuns Tombe, Qutb Minar, India Gate en de Lotus Tempel. 

Na aankomst op Dibrugrah Airport word je naar  een uiterst rustieke en zeer goed geconserveerde theebungalow gebracht. In de eerste helft van de negentiende eeuw woonde hier de manager van de thee-plantage, nu is het een uiterst sfeervol en luxueus hotel. Het is opgetrokken uit hout en vakwerk en staat op palen, een voorzorgsmaatregel tegen de wilde olifanten, koningscobra’s, tijgers en luipaarden die vroeger - en nog steeds wel - ‘s nachts over het terrein lopen.

Volop mogelijkheden vandaag. Je kunt zien hoe het thee plukken in zijn werk gaat en een bezoek brengen aan de lokale theefabriek waar de thee wordt verwerkt, of een wandeling maken over het rivierstrand van de majestueuze Brahmaputra. Ook kun je een bezoek brengen aan een klein Thais dorpje, Namphake, gelegen op een kleine 2 uur rijden van Dibrugarh. De bewoners, zowel monniken als leken, bewaren hun oorspronkelijke cultuur erg goed. Het dorpje laat het zien hoe Assam veel van zijn culturele roots aan immigratie van volkeren uit Zuidoost-Azië te danken heeft.

Na een vroeg ontbijt rijd je naar Neemati Ghat, aan de oever van de Brahmaputra (een rit van 140 km/ongeveer 3 uur). Onderweg stop je in Sibsagar bij beroemde paleiscomplexen uit de tijd van de Ahums . Met een veerboot steek je de Brahmaputra over naar Majuli Island. Onderweg is er kans op het waarnemen van de zeldzame Gangesdolfijnen. Deze rivierdolfijnen leven niet alleen in de Ganges, maar ook in de Brahmaputra. Majuli Island is een stukje ongeschonden Assamees platteland met weinig verkeer. Op Majuli Eiland slaap je in bamboehutten gemaakt in de stijl van de huizen van de Mishing-stam, de belangrijkste bevolkingsgroep op Majuli. De Mishing komen oorspronkelijk uit Tibet en leven van de verbouw van natte rijst en de visvangst.

Majuli is een een paradijs voor watervogels, dus als je in vogels geïnteresseerd bent, kun je hier je hart ophalen. Maar het staat vooral bekend om zijn Satra’s. Dit zijn kloosters waar hindoe-monniken leven die het Vaishnavisme aanhangen. Dit is een sekte gesticht door Sankar Dev in de 17e eeuw. Zij wonen samen in kibboets-achtige kloosters waar zij gezamenlijk op het veld werken, bidden en dansen. De dansen die zij uitvoeren zijn heel apart, en uitgeroepen tot een Unesco Wereld Erfgoed. Aan het einde van de ochtend zullen de monniken van één van deze satra’s voor je dansen, en je daarna trakteren op een Assamese (vegetarische) maaltijd. Na de lunch maak je een fietstocht over het platteland in het noorden van het eiland. Je komt door vele kleine dorpjes van de Mishing (of Missing)-stam die hier leeft en rijdt over kleine dijkjes die doen denken aan Nederland.

Je verlaat Majuli en rijdt noordwaarts. Het eiland wordt aan de noordkant door een veel kleinere rivier begrensd, die je met een brug oversteekt. Na korte grensformaliteiten bij de grens tussen Assam en Arunachal Pradesh rijd je naar Along in Arunachal Pradesh. Het smalle weggetje slingert omhoog tussen beboste bergen en langs kleine dorpjes, veelal geheel of nagenoeg geheel bestaande uit huizen van bamboe. Een idyllische aanblik, die sterk doet denken aan scenes in Laos of Noordwest-Vietnam.
Indien je niet al te laat in Along arriveert, is er nog tijd voor bezoek aan een dorp van de Adi-Gallong, de belangrijkste stam in dit gebied.

Vlakbij Along ligt het dorp Kabu, waar je kennis maakt met de manier van leven van de Adi Galong. Na een wandeling rond het dorp begin je met een wandeling van een kleine 15 km in de richting van het dorp Paya. Daar zal de auto je ophalen voor de rit terug naar je hotel.

Na een vroeg ontbijt begin je aan wat volgens velen een van de mooiste routes van Noordoost-India is. Je rijdt door eindeloze, met bos en bamboe bedekte groene bergen, en door kleine gehuchten van traditionele huizen geheel gemaakt van bamboe en rotan. Ongeveer 14 km voor Daporijo bezoek je het dorp Sippi, dat wordt bewoond door de Tagin stam. De Tagins zijn de belangrijkste stam in het gebied rond Daporijo. Deze zijn in het algemeen aanhangers van Donyi Polo, de god van de maan en de zon die wordt vereerd door de meeste animistische stammen van Arunachal Pradesh. Twee groepen van Tagin - de Nga en Mara - zijn onder invloed van het Tibetaanse boeddhisme gekomen.

Vandaag bezoek je een aantal dorpen in omgeving. Na een korte rit met de auto, maak je een mooie wandeling door een prachtig archaïsch landschap, met bossen, bamboe bosjes, weilanden en kleine gehuchten van de Tagin. Rond lunchtjid keer je terug naar je hotel in Daporijo. In de middag kun je een bezoek brengen aan de lokale markt van Daporijo, die fungeert als een regionaal centrum voor de afgelegen dorpen van het district.
 

Vandaag staat een lange, maar mooie rit op het programma naar het dorp Ziro. Je komt langs vele kleine traditionele dorpjes, tegen een achtergond van de dikbeboste bergen. In dit gebied worden zowel Tagins als Nyisi. Nyisi betekent 'volk van het land' of 'de mensen'. Met ongeveer 300.000 mensen zijn ze de grootste stam van Arunachal Pradesh. Hun taal behoort tot de Sino-Tibetaanse taalgroep. Polygamie komt veel voor onder de Nyisi. Het is een teken van een hogere sociale status en economische stabiliteit. In Ziro verblijf je in een gezellig familiepension. 's Avonds kun je de lokale markt bezoeken. Ziro ligt op 1700 m en het kan hier verrassend koud zijn, met name 's nachts. 

Jan kan in de bergen ten noorden van Ziro een tweedaagse trektocht organiseren waarbij je slaapt bij mensen thuis in een afgelegen en oorspronkelijk dorpje. Als je dit wilt, laat het Jan weten. Het programma wordt dan een dag langer.
 

Vandaag breng je de hele dag door in de omgeving van Ziro en bezoek je tribale dorpen. Ziro is een van de meest traditionele gebieden in Arunachal Pradesh en is gelegen in een schilderachtige vallei genaamd ‘Apatani Plateau’, omringd door met naaldbomen begroeide bergen. Het is de thuisbasis van de Apatani-stammen. De oudere mannen binden het haar op in een knot en tatoeëren de gezichten. Apatani vrouwen dragen houten neuspluggen en ook gezicht-tatoeage. De jongere generaties van de Apatani zijn echter met deze praktijken gestopt. De Apatani verbouwen rijst, veelal in combinatie met viscultuur (op onder water gezette rijstvelden).

Na het ontbijt staat een lange rit op het programma naar het Nameri National Park. Eerst daal je af naar de riviervlakte van Assam en vervolgens, na het passeren van het theestadje Tezpur, ga je weer de heuvels in. De rit eindigt net voor de Arunachal grens in de uitlopers van de Himalaya, waar het prachtige Nameri Nationaal Park ligt. Je verblijft in een soort safaritent met rieten dak, bedden, en en-suite badkamer net even buiten het park.

Zowel in de ochtend als in de namiddag ga je te voet het park in. In de ochtend wandel je langs de noordoever van de Borelli-rivier naar een klein meertje. Met het nodige geluk kun je hier de zeer zeldzame witvleugelboseend waarnemen. In de namiddag maak je een rondwandeling waarbij je dieper in het park doordringt. Naast talloze vogels en enkele hertesoorten die op deze wandeling gespot kunnen worden, is er een reële kans op ontmoetingen met wilde olifanten. Ook is het mogelijk om (optioneel) een raftingtocht op de Borelli-rivier te doen onder begeleiding van professionele rafting instructeurs. Onderweg heb je kans om enkel zeldzame diersoorten te zien, zoals wilde buffels, beren en de zeldzame ibisbill.
 

Je vervolgt je India Assam en Arunachal Pradesh rondreis en gaat noordwaarts de Himalaya in. Het landschap verandert daarbij dramatisch. Bij voldoende tijd kun je de Dirang Dzong bezoeken en rondlopen op de kleine lokale markt van Dirang. Hoewel de dzong van Dirang vervallen en vrij klein is, is het als verschijnsel toch interessant. Dzongs zijn een Bhutanees en Zuid-Tibetaans fenomeen. In het verleden waren zij een combinatie van lokaal administratiekantoor (‘provinciehuis’), burcht en boeddhistisch klooster. Deze dzong toont aan hoe dit gebied in het verleden onder Bhutanese invloed stond.

Vandaag staat wederom een lange rit op het programma, naar Tawang. Tawang ligt rond de 3000 m, en de omgeving vormt dan ook een enorm contrast met de gebieden die je eerder bezocht hebt tijdens je India Assam en Arunachal Pradesh reis. Halverwege de reis steek je de 4140 m hoge Sela Pass over, de hoogste berijdbare pas in het noordoosten van India. In de wintermaanden kan hier sneeuw en ijs liggen. Eenmaal over de Sela Pass ben je in een regio met een geheel eigen cultuur en landschap. Cultureel gezien, lijkt het alsof je in Tibet of Bhutan bent. 
 

De komende twee dagen kun je Tawang en zijn omgeving verkennen. Tawang Gompa is het grootse Tibetaans-boeddhistische klooster buiten Tibet. Het 370 jaar oude klooster vormt het middelpunt van een rijkelijk met kloosters, tempels en pelgrimsplaatsen gezegend gebied. Opvallend is ook het grote aantal nonnenkloosters. Alleen al rondom de stad Tawang liggen er drie. De streek wordt bewoond door de Sherdukphen en Monpa, beide groepen van Tibetaanse oorsprong. De levenswijze van deze mensen doet sterk denken aan de aangrenzende streek in Bhutan. Ze bouwen natuurstenen huizen met een bovenbouw van vakwerk en verbouwen gierst, gerst en boekweit. Tawang was ook de plaats waar de Dalai Lama naartoe vluchtte toen hij Tibet in 1959 moest verlaten. In 1997 kwam hij terug om het gerenoveerde Tawang Gompa in te wijden. De omgeving van Tawang staat al sinds begin twintigste eeuw onder Brits en later Indiaas bestuur, maar dit wordt door China betwist. Tijdens de grensoorlog tussen China en India van 1962 wisten de Chinezen dit gebied kortstondig te veroveren. Sindsdien heeft het Indiase leger zich hier prominent verschanst.

Vandaag kun je diverse kleinere gompa’s in de omgeving bezoeken. Ook kun je de stupa van Gorsam bezoeken, niet ver van de plaats waar de Dalai Lama India binnenkwam in 1959, toen hij Tibet moest ontvluchten, en Urgelling, de geboorteplaats van de 6e Dalai Lama.

Na het ontbijt rijd je weer zuidwaarts, naar Bomdilla, even zuidelijk van Dirang. Bomdilla is een gezellig dorp met een tweetal interessante boeddhistische tempels die de moeite van een bezoek zeker waard zijn.

Vandaag is een lange rijdag. Verder afdalend door de stroomvlakte van de Brahmaputra bereik je een grote brug over de rivier. Aan de andere kant ligt Kaziranga, waar je de nacht doorbrengt. Kaziranga N.P. is één van de kroonjuwelen van de Indiase natuurbescherming. Het is ingesteld voor de bescherming van de Indiase (eenhoornige) neushoorn. In 1908, toen Kaziranga tot Reserved Forest werd verklaard, waren hier nog minder dan 15 exemplaren van in leven, nu zijn het er meer dan 2400. Dit is te danken aan een voor India zeer ongebruikelijke strikte bescherming waarbij een ware oorlog gevoerd moest en moet worden met stropers die het op de hoorn gemunt hebben. Deze heeft goed uitgepakt, en niet alleen voor de neushoorns, wat je morgen zult ontdekken. 

Vandaag zal je het park tweemaal per jeep verkennen. Er gaat een gespecialiseerde natuurgids mee die de dieren op zijn duimpje kent en ze van verre weet te spotten. In Kaziranga kunnen de grootste populaties aan wilde buffels, wilde olifanten en moerasherten (barasingha) van Azië worden waargenomen. Daarnaast vind je hier zeldzame, endemische diersoorten zoals de Hoolock gibbon die alleen in Assam en Bhutan voorkomt, en maar liefst 500 vogelsoorten, dit is veel meer dan in heel Duitsland. En de tijger…? Kaziranga heeft ook de hoogste dichtheid aan tijgers van alle parken in Azië, maar de tijger laat zich niet zomaar zien. Onze ervaring leert dat de kans ongeveer 10% is. Dus wie weet. 

Je rijdt verder westwaarts over National Highway no. 1 naar Guwahati, de hoofdstad van Assam. Met ruim 3 miljoen inwoners is dit verreweg de grootste stad in het Noordoosten. Een gestage stroom van ‘immigranten’ uit alle noordoostelijke deelstaten trekt jaarlijks naar Guwahati om hier werk of scholing te vinden. De stad heeft dan ook last van groeistuipen, met als belangrijkste kenmerk verkeersfiles. Na een lunch in of nabij de stad word je afgezet op de luchthaven van Guwahati voor de vlucht terug naar Delhi. De meeste vluchten van Delhi naar Europa vinden laat in de nacht tot zeer vroeg in de ochtend plaats. Desgewenst kan reisexpert Jan een dagkamer voor je regelen in Delhi, om de tijd tot de vlucht naar huis te overbruggen. Ook kan hij een tour langs de belangrijkste bezienswaardigheden in Delhi voor je regelen. Geef Jan je wensen door en hij regelt het graag voor je.